Houd de jeugd warm (voor roeien) in de winter!

Jongeren ook in de winter warm maken voor roeien is een uitdaging die Thea Emke, van het Amsterdamse RIC, graag aangaat. Vijf zeer praktische tips van een ervaringsdeskundige.

Hoe zorg je dat de jeugd in de koude en donkere wintermaanden enthousiast blijft roeien? Over die vraag buigen vrijwel alle roeiverenigingen met een juniorenafdeling zich. Sommigen hebben een bevredigend antwoord gevonden, anderen worstelen nog. Roeien.nl ging te rade bij Thea Emke, auteur van het boekje Leskaarten Roeien en lid van roeivereniging RIC, waar ze een jeugdafdeling aanstuurt met ruim honderd leden in de leeftijd van 9 tot en met 20 jaar. “Continuïteit is heel belangrijk. Zorg dat je die erin houdt,” vertelt ze.

1. Blijf trainen op vaste tijden
Sommige verenigingen starten een uurtje eerder om nog bij daglicht te kunnen varen, maar de meeste hebben dan onvoldoende instructeurs. De training gaat altijd door, daarover bestaat geen discussie. Geef op een vaste plaats, zoals de website van de club of op Facebook, aan wat je gaat doen als het bijvoorbeeld vriest. Thea: “Je kunt niet zeggen: de ene week wel, de andere week niet. Altijd op dezelfde tijd blijven komen en zorgen dat de gang erin blijft. Bij vorst meld je dat ze loopschoenen mee moeten nemen en doen we bijvoorbeeld een bootcamp met veel samenwerkingsopdrachten.”

2. Variatie
Zorg dat je voorbeeldlessen hebt klaarliggen voor wat betreft de boot, de ergometer, een theorieles of core stability. Maak scorelijsten met opdrachten om persoonlijke records te verbeteren. Pak de exameneisen van het jeugddiploma er eens bij. Wat moet je doen voor je volgende proef? Het theorie-examen is altijd in de maand januari. Thea: “Er moet wel een beetje uitdaging in zitten. Veel geniale ideeën komen uit de jeugd zelf. Daar moet je ruimte voor maken. Ze bedenken de meest gekke oefeningen. Bijvoorbeeld op een vast traject met twee vieren een tubwedstrijdwaarbij er maar één mag roeien. Of in één haal of in tien halen zoveel mogelijk meters maken. Goed uitdrijven, zo lang mogelijk in balans blijven. Vaak is het een beetje competitief.”

“Samen bewegen, daarna leuke dingen doen, klieren of hangen, dat maakt niet uit”

3. Laat je zien in het donker
In Amsterdam zien we steeds meer dat sommige verenigingen junioren laten roeien in het donker. Voor die groep geldt: nooit alleen, maar met een ervaren, volwassen stuur en zorg dat je gezien wordt, bijvoorbeeld met een wit rond schijnend licht en felle kleding. Thea: “Bij RIC varen we met de oudere jeugd in het donker. Dat mocht eerst niet, maar nu gaan we met volwassen of ervaren stuurtjes met viertjes de Amstel op. Of tijdens het Light Festival gaan we de Herengracht op, de stad in.”

4. Blijf warm
Een muts moet en uiteraard een thermosshirt met lange mouwen. Stap warm in de boot door vooraf oefeningen te doen, zoals touwtjespringen, handen wrijven en handjeklap. Probeer beschutte trajecten te varen en niet langer dan één uur op het water te zijn. Thea: “Zorg dat ze in ieder geval warm de boot ingaan. We hebben bij RIC een boek waarin pr’s (persoonlijke records) staan, bijvoorbeeld van touwtje springen. Als je niet kan springen, dan probeer je eerst de vijf te halen, vervolgens tien en daarna 25, 50, 100, 200. Dat gaat heel snel en hard omhoog. Dat zou je kunnen doen voor ze de boot in stappen. Dat zijn allemaal kleine dingen waarmee je ze uitdaagt en voorkomt dat ze staan te bibberen.”

https://www.instagram.com/p/BO988i5h-2_/?taken-by=bjornvdende

Ook de roeiers van het Aegon Nationaal RoeiTeam kleden zich warm aan!

5. Wees flexibel
Uitgangspunt is eerst lekker trainen en daar de voldoening uithalen. Thea: “Samen bewegen, daarna leuke dingen doen, klieren of hangen, dat maakt niet uit. Vroeger ging een groep in de winter direct naar boven en een spelletje doen. Nu is de regel eerst sporten. Een leuke afwisseling kan zijn: met tweetallen lopen en fietsen langs het water met de roeiers mee. Per tweetal één fiets, één jas en lopen maar. Een fel geel lopers-hesje is voor iedereen verplicht. Wissel wanneer je wilt, maar niet te snel. Een deel kan helemaal niet lopen, een ander deel juist heel goed. Dat kun je opvangen door het speels te houden. Ze moeten samenwerken en afspraken maken. Dan zijn ze toch weer sportief bezig en ieder op zijn eigen niveau.”

Heb jij tips of een leuke winteractiviteit voor jeugd? Stuur ze naar [email protected]!

Coverfoto Ergohead 2017, Michiel Bouman