TeamNL Roeien

Leven na(ast) de boot: Sophie Souwer

Een topsportcarrière is eindig. Wat gebeurt er als atleten de riemen aan de wilgen hangen? Roeien.nl brengt de maatschappelijke ambities van de atleten uit het Aegon Nationaal RoeiTeam in kaart, in de serie ‘Leven na(ast) de boot’. Het verhaal van Sophie Souwer publiceerden we begin 2016, maar we delen het graag nog een keer.

Een bevalling met levensbedreigende complicaties maakt een verloskundige misschien een paar keer mee in haar carrière. Sophie Souwer, nog niet zo lang in het vak, heeft haar vuurdoop al achter de rug. Door snel en adequaat te reageren redde ze een levenloos geboren kindje. “Vrijwel altijd gaat het goed, maar in dit geval sloeg het om en kwam het kindje in nood,” verhaalt de roeister. “Het had nog wel een hartslag, alleen reageerde het niet meer. Ik heb het kunnen reanimeren en al snel waren de ambulance en de spoeddiensten erbij. Dankzij een lijntje met het traumacentrum is er binnen vijftien minuten een traumahelikopter ter plekke. Door hun en mijn zorg is het allemaal goed gekomen. Dan ben je blij dat het systeem zo goed is ontwikkeld in Nederland.”

Sinds november 2014 is Sophie waarnemend verloskundige voor een aantal praktijken. Dat valt tot nu toe prima te combineren met haar topsportactiviteiten op de Bosbaan. Ze wil het werk als verloskundige met enige regelmaat blijven uitoefenen voor het behoud van haar bevoegdheid als verloskundige. “Hiervoor moet ik gedurende vijf jaar iets meer dan 2.000 uur in de praktijk doorbrengen. Het is geen van-acht-tot-zes-baan,” verduidelijkt ze. “Als verloskundige praat je over 24-uursdiensten. Meestal hoef ik alleen overdag te werken, soms pak ik ook de nacht mee. Dat wisselt enorm. Het plannen van dit werk en trainen is daardoor lastiger, zeker als de wedstrijden beginnen. Fysiek vang ik een keer per week werken makkelijk op. Mijn werk doet  me veel goeds. Even met iets anders bezig zijn geeft een hoop energie. Ik blijf er fris en scherp door.”

“Mijn werk als verloskundige doet me veel goeds. Het geeft een hoop energie.”

Als verloskundige begeleidt Sophie aanstaande moeders vrijwel van begin tot eind in de zwangerschap. “We komen in contact vanaf zeven, acht weken, als de zwangerschapstest positief is gebleken, en begeleiden hen tot veertig weken. Ze komen dan regelmatig op spreekuur, we geven informatie en voeren controles uit. We houden in de gaten of het goed gaat met moeder en kind, voor zover wij dat kunnen bepalen aan de hand van gesprekken en uitwendig onderzoek. We begeleiden ook de bevalling en het kramen. Dat kan thuis of in het ziekenhuis. De eerste tien dagen van het kraambed controleren we en we gaan op visites. Dat is een beetje de grote lijn van het werk.”

Het is een beroep dat op fulltime niveau wel het een en ander van je vergt, erkent ze. “Je maakt al snel veel uren en draagt een grote verantwoordelijkheid. Toch is dit ook afhankelijk in welke positie je staat. Ik ben zelf zelfstandig waarnemer (ZZP’er) en kan mijn uren zelf bepalen afhankelijk van hoeveel werk ik aanneem. Maar als je een eigen praktijk hebt, ben je al snel zeven dagen per week aan het werk. Je kan er ook voor kiezen in loondienst te gaan werken van een ziekenhuis, waar een dienst maximaal acht uur duurt. Een gemiddelde verloskundige draait twee diensten en houdt twee dagen spreekuur per week. Dat kan best pittig zijn als je diensten heel druk uitvallen. Het is onregelmatig werk en vraagt daarom om enige devotie. Maar tijdens je opleiding ondervind je of dit bij je past of niet. Ik vind juist dit karakter van het werk heel leuk en goed bij mij passen. Dit komt ook in het uitoefenen van topsport terug.”

“Het is onregelmatig werk en dat vraagt om enige devotie”

Niet zelden kijkt Sophie kritisch in de spiegel. “Omdat ik niet heel veel werk, stel ik mezelf bepaalde eisen. Ik evalueer voortdurend, controleer mijn werk grondig, meet veel dingen op bij cliënten en raadpleeg naslagwerken of ik dingen goed heb aangepakt. Zodra ik enigszins merk dat ik toch niet op niveau ben of niet genoeg bloot word gesteld aan de praktijk, dan moet ik niet te lang twijfelen of ik in het vak wil blijven. Want dan neem ik te veel risico. Het gevaar bestaat dat je niet adequaat genoeg handelt op het moment dat het erop aankomt.”

Onlangs was ze nog betrokken bij een complexe bevalling. “Van een kindje met wat we een ‘moeizame schouder’ noemen. Dat haakt met de schouder achter het schaambeen en wordt niet gemakkelijk geboren. Het woog bijna vijf kilo en was eigenlijk te groot voor het baringskanaal. Ik heb het met een aantal handelingen moeten bevrijden. Het kindje had ook wat moeilijkheden met de opstart. Soms duurt het te lang voordat we het kunnen oplossen en kan het verkeerd aflopen, maar toevallig was dit in het ziekenhuis en dus had ik veel hulp. Dit kindje hadden we ook nooit thuis geboren laten worden. Die risico-inschatting maak je al tijdens de zwangerschap. Daarmee kun je veel problemen voorkomen.”

In 2016 was het voor Sophie: “Roeien, roeien en nog eens roeien.” Na een fijne vakantie zit ze weer vol passie in de boot en is ze ook aan de slag als verloskundige. Samen met de coaches maakt Sophie een planning en een verdeling tussen roeien, krachttraining, haar baan als verloskundige et cetera. “Ik wil heel graag nog een keer naar de Spelen, maar je weet natuurlijk nooit hoe het loopt.”

Ontdek meer roeinieuws

Nieuws

EK 2024: negen Nederlandse boten aan de start

Nieuws

De 49ste OC&C Ringvaart Regatta: een van de langste roeimarathons ter wereld

Nieuws

Nederlands kampioenen in de skiff en tweezonder

Op de hoogte blijven van nieuws, roeiverhalen en topsport?
Ontvang de gratis nieuwsbrief!