Roeiverhaal Leef mee met TeamNL
Het dagboek van: Veronique Meester
Hoe beleven de roeiers uit het Aegon Nationaal RoeiTeam hun weg naar Tokio? Waar zijn ze mee bezig en waar denken ze aan? In de rubriek ‘Het dagboek van’ krijg je een inkijkje in de week van een van de roeiers. Vandaag nemen we een kijkje in het dagboek van Veronique Meester, op trainingskamp in Pusiano – week 13 van 2021.
Maandag 29 maart
Na een dag rijden zijn we gisteravond aangekomen in Pusiano. Hier zullen we de laatste voorbereidingen treffen voor het EK dat over twee weken plaatsvindt in Varese. Vanochtend begon de dag goed met heerlijke Italiaanse koffie en havermoutpap, gemaakt door de Nonna van het familiehotel waar we elk jaar verblijven. We gaan naar de baan waar we de botenwagen afladen. De zon schijnt en het is windstil. Ik doe even mijn ogen dicht en het voelt alsof ik op vakantie ben. Dan trekt het geroep over schagen en riggers mij weer terug naar de realiteit. Er moeten boten opgeriggerd worden. Na het riggeren gaan we het water op voor onze ochtendtraining. Even de lijven losroeien en ontspannen varen. Na de training gaan wij langs de supermarkt voor de lunch. Ymkje en Karolien zijn verantwoordelijk voor de inkoop voor de komende dagen terwijl Ellen en ik de zware taak op ons nemen om op de bus te letten in het zonnetje.
Er is weer genoeg gekocht om de komende dagen broodjes Caprese (tomaat-mozzarella-pesto) te eten, zoals dat hoort op trainingskamp in Italië. In de middag staat er krachttraining op het programma. Ik heb niet de beste squat-benen vandaag, laten we zeggen dat het door de reisdag komt. Aansluitend eten we in het restaurant naast de baan. Deze heette eerst altijd de Coconut, maar is nu omgedoopt tot Ramé. Wij blijven het standvastig de Coconut noemen, omdat dat zo lekker klinkt. Na het eten rijden we weer naar het dorpje aan de overkant van het meer waar ons hotel ligt. Een korte stop bij onze fysio Rutger en ik kan er morgen weer tegenaan.´s Avonds kijken Ymkje en ik nog wat Breaking Bad met een bakkie thee en gaat daarna het licht uit.
Dinsdag 30 maart
Vanochtend staan er sprintjes in de boot op het schema. Een van mijn lievelings trainingen. Ik heb gisteravond afgesproken met Rutger, onze fysio, om voor de training nog even langs te komen, vanwege wat klachten aan mijn rib. Het is helaas erger geworden in de nacht en in overleg met coaches en de bondsarts wordt er besloten dat ik beter niet kan gaan roeien. Ik baal hier erg van, want het is weer een hele mooie dag zonder wind. Daarnaast voel je toch altijd een beetje schuldig als je ploeg niet kan roeien door jou. De sprintjes moet de rest van mijn boot nu op de ergo doen, terwijl ik ze op de spinfiets ernaast doe. Ze komen op een indoor-apparaat altijd net wat harder binnen dan in de boot. In ieder geval halen we wel goed onze belasting op deze manier. Daarna moeten we nog 45 minuten uitbewegen. Ik doe dat op de fiets, terwijl Ymkje, Karolien en Ellen een twee en een skiff pakken.
In de middag hebben we een overleg met de coaches over de invulling van de komende dagen en mijn belastbaarheid. Hoewel ik weet dat het de slimme keuze, baal ik er toch heel erg van als ik hoor dat ik in ieder geval vanmiddag en morgenochtend niet mee-roei. Gelukkig hebben we een aantal reserve roeisters mee en kan Eve voor mij invallen.
‘s Middags volgt er weer een fietstraining, terwijl ik toekijk hoe mijn ploeggenoten het gladde water op gaan. Na het avondeten weer even langs de fysio en een beetje hangen en kletsen in de lobby met wat meiden uit andere boten.
Woensdag 31 maart
Vandaag staat er 4x 2km op het programma. Omdat ik nog een dag extra krijg om mijn rib te laten herstellen doe ik ze op de spinfiets, terwijl mijn ploeg met Eve roeit. Ik krijg Rutger, de fysio, zo ver om de training met mij mee te doen. Het is echt veel leuker om zo’n training samen te doorstaan dan alleen, dus ik ben heel blij dat hij toezegt. De training valt erg zwaar en we zijn daarna ook helemaal kapot. Gelukkig worden we beloond met een vrije middag.
Na de lunch spreken Ellen, Ymkje, Olivia, Laila en ik af om pilates op het grasveldje bij het meer te doen. Dit doen we twee keer per week om onze core te trainen en soepel te blijven. Op kamp stuurt onze pilatesdocent Noëlle ons filmpjes met de lessen. Op het grasveldje worden we door de Italianen om ons heen gek aangekeken. Uiteindelijk komt een grappige man op een afstandje met ons mee doen. Daarna blijven we daar nog lekker liggen zonnen. Het water is nog erg koud, dus het zwemmen laat ik aan Ymkje over. ‘s Avonds eten we lekkere lasagne. Als we terug zijn in het hotel kijken Ymkje en ik nog twee spannende afleveringen van Breaking bad en daarna gaan we slapen.
Donderdag 1 april
Vandaag mag ik eindelijk weer roeien! Ik heb daar ontzettend veel zin in, omdat ik pas één keer in de boot heb gezeten sinds we hier zijn. Eerst hebben we een krachttraining in de ochtend. Rutger is erbij om met mij wat specifieke oefeningen te doen zodat ik mijn rug, schouders en romp sterker kan maken, om in het vervolg blessures te voorkomen. Hierna gaan we nog een uurtje roeien. Het is een technische training, waarin we veel oefeningen doen in tweetallen, zodat we daarna met z’n vieren beter samen kunnen roeien. Ik vind het heerlijk om weer op het water te zijn en mijn rib doet gelukkig geen pijn meer. We hadden van tevoren al afgesproken dat ik preventief maar één keer zou roeien vandaag, dus de middagtraining zit ik weer op de fiets. Vandaag vind ik dat niet zo erg, want ik weet dat ik morgen kan meedoen met de 2x 2000m training, die op het programma staat.
Vrijdag 2 april
Ik word enthousiast wakker vandaag. We gaan eindelijk weer even hard varen. Nu hopen dat mijn rib het houdt. We gaan op tijd naar de baan, zodat we goed kunnen opwarmen en rekken. We doen twee keer 2000m in verschillende tempi. We doen dit altijd naast de acht en de dubbelvier. Omdat wij als vier-zonder de minst hoge bootsnelheid hebben, worden wij met een voorsprong weggestart op de dubbelvier, die vervolgens weer een voorsprong krijgt op de acht. Vaak wordt het gat zo groot gemaakt dat we tussen de 1000m en 1500m naast elkaar komen en op die manier met elkaar kunnen racen. Ik vind dit altijd heel leuk en ik denk dat we er allemaal beter van worden om zo met elkaar te varen.
Deze ochtend gaan onze afstandjes prima, gezien we al 2,5 week niet meer hard gevaren hebben in deze opstelling, maar we zijn gewend dat we wat meer kunnen doorversnellen in het tweede deel van de race. Ik baal er achteraf een beetje van, maar onze coach Titus plaatst het in het perspectief en is eigenlijk best tevreden. Vanmiddag volgt er een videobespreking met Titus en hoofdcoach Josy erbij. We krijgen nog wat technische aanwijzingen en uit de speedcoaches (snelheidsmeters) blijkt dat onze snelheid lang niet gek was. In de middag roeien we een uurtje, het is een stuk harder gaan waaien, maar het is alleen maar goed voor ons om niet alleen maar op glad water te trainen. Op wedstrijden kan je tenslotte met elk weertype te maken krijgen.
Zaterdag 3 april
Op deze ochtend staat een wat langere training gepland en pilates. Nu krijgen we bij het ontbijt te horen dat het te hard waait om het water op te gaan. Er moet alternatief getraind worden. Wij gaan naar de baan met de hoop dat de wind toch wat zakt. Dat lijkt niet echt te gaan gebeuren en gezien mijn blessure van afgelopen week is het niet heel verstandig om met zulke golven te roeien. Ellen, Ymkje en ik besluiten om eerst onze pilatestraining te doen en daarna een stuk te gaan wandelen. Lisa Scheenaard is al met een groep meiden uit de ´ḱleine boten-shift´ vertrokken voor een wandeling en wij hebben haar route gekregen.
We wandelen uiteindelijk zo’n drie uur en maken meer dan 800 hoogtemeters. We kregen zo prachtige uitzichten over de meren hier in de buurt. Het was heel fijn om even wat afwisseling te hebben en op deze manier te trainen. We sluiten af met een korte stop om te tanken en een ijsje te halen bij onze favoriete ´gelateria´ (ijszaak) hier in de buurt. Als we terugkomen in het hotel lunchen we nog wat en hebben we daarna een middag vrij om lekker uit te rusten.
Zondag 4 april
Op de laatste dag van de week en tevens 1e paasdag, doen we 12x 250m op / 250m af. Dit is een van mijn favoriete trainingen, omdat het lekker korte harde stukken zijn. We doen de training weer samen met de dubbelvier en de acht. De training komt lekker hard binnen, maar we zijn wel heel tevreden over hoe het roeiend gaat en de snelheid.
Als we terugkomen in het hotel heeft de eigenaresse van het hotel, Luiga, een verrassing voor ons. Een enorm chocolade paasei van 3kg en een zelfgemaakte taart met aardbeien en room. Ze legt uit dat we het ei kapot moeten slaan/gooien, zodat hij in kleine stukjes uiteen valt en we het dan allemaal kunnen opeten. Inge heeft de eer om het ei kapot te gooien en daarna eten we onze buiken rond aan chocolade en taart. Wat is het leven van een topsporter toch zwaar!
In de middag ga ik langs bij de masseur en laat ik mijn benen losmasseren. We sluiten de middag af met nog een training in de boot. ‘s Avonds krijgen we onverwachts bezoek van de dopingautoriteit. Ik moet worden gecontroleerd en nog 11 andere roeisters. Dat houdt in dat we ter plekke een urine sample moeten inleveren (er wordt gecontroleerd hoe je in een bekertje plast) en er wordt bloed afgenomen. Daarna doorloop je nog een hele vragenlijst, samen met de doping controleur. Ze weten ons altijd te vinden, doordat wij onze slaapplek (whereabouts) via een app moeten doorgeven. Je geeft een 1-uur tijdslot aan, waarop je sowieso op die bepaalde locatie moet zijn. Alhoewel je altijd goed moet onthouden om je whereabouts aan te passen als je ergens anders slaapt (bijv. op trainingskamp), vind ik het goed dat er veel wordt gecontroleerd om de sport zo schoon mogelijk te houden. Tegen de tijd dat ik klaar ben met de dopingcontrole is het alweer tijd om naar bed te gaan.
Motivatie tip voor de lezers
Toen wij hoorden dat de Olympische Spelen vorig jaar werden uitgesteld was dit even flink balen. We waren dat jaar topfit en wilden graag laten zien wat we konden. Ik was bang dat het lastig zou zijn om nog een jaar dit niveau vast te houden en dit jaar net zo fit te zijn.
Toch begon ik het steeds meer te zien als extra tijd, die we konden gebruiken om nog beter te worden, nog harder te trainen. Achteraf gezien denk ik dat we afgelopen jaar alleen maar fitter zijn geworden en dat het ons zeker geen slecht heeft gedaan.
”Zie tegenslagen als momenten om sterker en beter te worden”
Veronique Meester