Roeiverhaal Ontmoet Roeiend Nederland
Juniorentijd met Niels van Steenis
We kennen Niels als een van de gouden mannen van Atlanta 1996. Tegenwoordig roeit hij nog steeds, bij de Asser roeiclub, en is hij onder meer via het RTC Noord betrokken bij het juniorenroeien. Niels werkt bij Prorail, is getrouwd en heeft kinderen. Wat weet Niels nog van zijn tijd als juniorenroeier? Hoe heeft hij die periode ervaren en herinnert hij nog de eerste keer dat hij omsloeg?
Waarom ben je gaan roeien?
Ik zat op voetbal maar daar was ik niet heel erg goed in. Daarnaast heb ik gezwommen en deed ik aan judo. Uiteindelijk ben ik begonnen met roeien bij K.G.R. De Hunze. De sfeer op de club sprak mij enorm aan. De gezelligheid rondom de trainingen was veel leuker dan bij voetbal waar, naast de training en de wedstrijd, niet zoveel te doen was. Roeien was voor mij lekker klooien op het water. Het fysieke, de inspanning van het roeien sprak mij, toen ik het eenmaal een beetje kon, erg aan.
Wat is het eerste dat bij je opkomt als je denkt aan jouw eerste keer roeien?
Ik kan me goed herinneren dat ik het nogal een smal bootje vond. Ik had geen idee wat er ging gebeuren of wat ik moest doen. Toen ik na de eerste wankele haaltjes omkeek was ik heel dicht bij een bootje, zo’n hakkepuf, en wilde er niet tegenaan botsen al moest ik ervoor omslaan. Dat ging gelukkig goed.
Wat weet je nog van de eerste keer dat je omsloeg?
Dat was toen ik al redelijk kon roeien, ergens in november. Na het aanleggen aan het vlot helde ik teveel over bij het opendraaien van de overslag en plotseling lag ik in dat hele koude water. Dat was wel even schrikken.
Wat heeft de roeisport jou gebracht?
Best veel eigenlijk. Allereerst natuurlijk veel plezier. Roeien is daarnaast een sport met bijzondere mensen; ik vind roeiers betrouwbaar, ze komen hun afspraken na. Ze hebben, na vele jaren, nog een zeker jeugdig enthousiasme waarmee ze samen met dingen aan de gang gaan. Roeien is een sport waarmee je met de nodige inzet veel kan bereiken. Je hoeft niet bang te zijn om doelen te stellen die hoger zijn dan je verwacht te bereiken.
Ik ben gecoacht door Rutger Roëll en hij vroeg mij eens wat het nut van roeien was. Ik zei dat het gaat om wedstrijden winnen, maar hij antwoordde met een glimlach dat het belangrijkste is dat je leert om iets heel goed te doen. Ik herinner me een aardige anekdote. Roëll vergeleek eens de voorzichtigheid waarmee botengebruik was omgeven met de technische dienst van de chemiereus waar hij destijds werkte. Het liefst zagen de onderhoudstechnici dat de fabriek niet te veel draaide: dan gaat er immers niets kapot. Hij vond boten, toen al, gebruiksvoorwerpen. En de boten van tegenwoordig zijn steviger en minder gevoelig voor onderhoud. Bovendien houden ze veel langer hun stijfheid.
”Ik zei dat het gaat om wedstrijden winnen, maar hij antwoordde met een glimlach dat het belangrijkste is dat je leert om iets heel goed te doen.”
Niels van Steenis
Waarom is juniorenroeien in deze tijd volgens jou belangrijk?
Junioren zijn belangrijk voor de sport omdat bij een vitale vereniging jeugdsport hoort. Zonder junioren ontbreekt er iets. Het geeft met elke nieuwe lichting kinderen weer nieuwe energie aan je club.
Roeien kan junioren het nodige brengen. Het is goed voor lichaam en geest. Klinkt dat ouderwets? Het gaat er mij om dat je, als je jong bent, een sport kiest die bij je past en waar je jezelf in kan ontwikkelen. Roeien heeft kenmerken die het tot een unieke veelzijdige sport maken. Ik denk dat veel meer kinderen dan nu hun draai kunnen vinden bij ons als ze maar wisten wat roeien is. Laten we met z’n allen de sport meer onder de aandacht brengen bij scholieren. Ik gun de kids van nu hetzelfde plezier dat ik had in de boot en vooral bij het rondhangen op de club. De Hunze was voor ons een soort jeugdsoos waar we ook na school waren en na de trainingen eindeloos bleven hangen. Eenentwintigen met M&M’s, dat soort werk. Een tafeltennis- of voetbaltafel is daarbij eigenlijk onmisbaar. Net als een oude bank en wifi.
Wat zou je aan een roeivereniging willen meegeven als het gaat om juniorenroeien?
Het besef dat trainingen voor jonge kinderen wat saai kunnen zijn. Eén training voor hun zijn er twee voor senioren. Wat ik bedoel is dat hun tijd langzamer gaat en ze veel sneller leren. Dus niet te lang trainen, afwisseling inbouwen en het vooral speels houden. Je kunt junioren niet op dezelfde manier roeiles geven en trainen als volwassenen. Neem prestaties niet te serieus. Plezier moet voorop staan, dan komen prestaties, voor wie dat wil, vanzelf.
Het randgebeuren kun je strak organiseren zodat je op het vlot niet te veel tijd kwijt bent met boten in het water leggen en indelen van ploegen. De trainingen zelf hoeven echt niet strak. Een trainingsschema is geen heilig huisje; wijk er vooral van af als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.
Met de Holland Acht van destijds dronken we na de trainingen koffie in het bosbaanrestaurant. Nico Rienks zei eens: “Als ik later 50 jaar oud ben, wat zal ik me dan herinneren: de trainingen of de koffie ná het roeien?”. De vraag stellen is hem beantwoorden: ”De derde helft na de training, of je nu rustig hebt rondgepeddeld of werkt aan winst op de Olympische Spelen, heb ik altijd belangrijk en leuk gevonden”.
We proberen dat ook nu bij het organiseren van de jeugddagen op De Hunze erin te houden. We nodigen maandelijks alle verenigingen in de regio uit en iedereen met een jaar of drie roei-ervaring mag komen. Junioren van kleinere verenigingen kunnen dan ook varen in een vier of acht waarbij we de ploegen, zeker in de herfst, bewust mixen. Vroeg in het seizoen worden de betere roeiers echt niet slechter van varen met een minder ervaren roeier maar omgekeerd zie je sportertjes zich echt optrekken en verbeteren. Voor de lunch nemen we ruim de tijd. Het moet niet te ingewikkeld; gewoon iedereen lekker z’n gang laten gaan.