Roeiverhaal Roeiershuizen
Roeiershuis Iolkos - W.S.R. Argo
In 1986 zijn een aantal mannelijke wedstrijdroeiers van de W.S.R. Argo bijeengekomen met het idee om een Argohuis op te richten. Dit met het doel om een thuishaven te creëren voor mannen van staal die maar een doel voor ogen hebben: hard roeien. We stelden de roeiers van huize lolkos een aantal vragen.
Waar komt de naam ‘Iolkos’ vandaan?
In de Oud-Griekse Argosage was Iolkos de stad waaruit de held Jason vertrok als kapitein van het snelste schip ooit gebouwd: de Argo. Hij ging samen met zijn bemanning, de Argonauten, op zoek naar het gulden vlies om weer de rechtmatige koning van Iolkos te worden. Dus simpelweg gezegd is Iolkos het begin én het einde van de gehele Argosage.
Jullie geven aan een rijke historie te hebben, wat moeten we ons hierbij voorstellen? Hebben jullie een typische traditie in het huis?
Het verhaal van Iolkos is begonnen in de Jaren 80 met een aantal studenten die hard wilden roeien en hard hebben geroeid. Ondanks dat de stichters ondertussen zijn uitgezaaid van Amerika tot Vietnam is datgene dat zij tot stand hebben gebracht uitgegroeid tot meer dan een gezellig roeiershuis. Iolkos is niet gebonden aan de fysieke grenzen van haar muren, het is een cultuur met tradities en historie waar elke Argonaut naar streeft om deel van te mogen worden.
Als een eerstejaars mannelijk lid van Argo terecht is en direct gaat wedstrijdroeien maakt hij kans om op Iolkos te komen wonen. Hij gaat dan verblijven in de Baarmoeder: de kleinste, warmste, vochtigste kamer van Wageningen. Deze betreedt hij als een onwetende feut (de zogeheten ‘kutsjongst’) en verlaat hij als volwaardige halfgod. De trotse Iolkaan zal zijn zoektocht naar hét gouden blik voortzetten ondersteund door een constante stroom koolhydraten van onze hofleverancier de HEMA.
Zoals de kleur van Argo onbetwist groen is,staat rood op Iolkos hoger in het vaandel. Immers, rood met groen isboerenfatsoen. Het is zeldzaam om op Argo te arriveren zonder dat er eenIolkaan in rode broek aanwezig is om de vereniging op de juiste koers tehouden.
Loop onze ruime woonkamer binnen en heteerste dat u opvalt is de rode hoek. Van een goede weddenschap zijn Iolkanenniet vies, wij wedden dan ook vaak om rode voorwerpen met andere partijen en doorde vele overwinningen is de rode hoek rijkelijk gevuld.
Iolkos hangt aan elkaar van de oude artifakten en roei-relikwieën die elk hun eigen verhaal hebben. Een dozijn boten hangt aan onze plafonds, van oude houten skiffs tot de gele Empacher-8 punt die iedereen vanuit de Hoogstraat kan aanschouwen.
Toch is dit niet hét pronkstuk van ons huis, onze trots is toch wel de collectie Varsity posters. Pakweg 70 jaar aan Varsity geschiedenis kunt u vinden als u door de gangen en kamers van Iolkos wandelt. De oudste is van het jaar 1953, en sinds dat jaar hebben wij elke Varsity poster tot heden aan onze muren en plafond hangen (met een paar uitzonderingen).
Op de eerste plaats is Iolkos een roeiershuis. Alleen wedstrijdroeiers mogen hier wonen, en als een Iolkaan zijn carrière als roeier heeft afgesloten blijft hij actief op de vereniging als wedstrijdcoach of bestuurslid. Maar we blijven allemaal studenten en houden daarom ook zeker van wat goede feestjes. Elke roeier kent de in- en uittraining, maar wij verzorgen graag nog een extra feest op de vereniging: de KroegIolkos. In de jaren dat het einde van het roeiseizoen niet samen valt met het einde van de laatste tentamenweek, organiseren wij deze kroegjool zodat alsnog de hele vereniging samen het jaar kan afsluiten met een legendarisch feest.
Iolkos samengevat:
Ons huis staat bekend om zijn gastvrijheid, mensen zijn altijd welkom. Wij staan er dan ook op dat als een gast de nacht op Iolkos verblijft, deze persoon een lekker ontbijtje in bed van ons ontvangt. Verder staat er een mooi groot rood boek op Iolkos, de inhoud hiervan kan écht niet.
Een kleine greep uit de vele spreuken die Iolkos over de jaren heen heeft verzameld:
“Vroeger was alles beter, vroeger roeiden we harder, nu zijn het allemaal mietjes.”
“Wie tegen de wind in plast, moet zijn bek dicht houden.”
“Wie met de stroom mee gaat, is het eerste bij het afvoerputje.”