TeamNL Roeien
☎☎ Even bellen met… Joeri de Groot
In zijn studententijd ontdekt Joeri de Groot het roeien. Tijdens een van de vele trainingen ontmoet hij op het Beatrixkanaal zijn huidige vrouw met wie hij inmiddels drie kinderen heeft. Na de Spelen van 2004 hing Joeri de rood-wit-blauwe riemen aan de wilgen. Wat doet hij nu?
Ha Joeri, we kennen je als roeier, wat doe je tegenwoordig?
Na het roeien heb ik een behoorlijke tijd bij McKinsey gewerkt. En nu werk ik al weer vijf jaar bij AlpInvest een wereldwijd opererend private equity bedrijf. Ik woon in Amstelveen, dus ik fiets dagelijks langs de Bosbaan op weg naar mijn werk. Elke ochtend zie ik talloze roeiers en zeker bij mooi weer, dan begint het weleens te kriebelen. Op dit moment is dat het dichtste dat ik bij een roeiboot in de buurt kom.
Tijdens de Spelen van 2004 haalde je met de LM4- (Karel Dormans, Gerard van der Linden en Ivo Snijders) een ondankbare vierde plek, op 0,05 seconden van het brons…
Op dat moment is het erg zuur! We waren zo dichtbij. Dan ga je nadenken: waarom zijn we niet eerder begonnen met sprinten, als de finishlijn 1 meter verder lag, dan waren we wel derde. Het is een rotplek. Uiteindelijk heeft het een tijdje geduurd om dat te relativeren. Nu denk ik, we hebben serieus meegedaan en een hele goede prestatie neergezet.
Je wilde persé naar de Olympische Spelen. Daarvoor stapte je van de lichte twee-zonder in de vier, welke boot had je voorkeur?
De twee! Ik was het meest gepassioneerd over de twee. Er is minder verstoring, ik had er de mooiste roeitechnische momenten en samen met Karel hebben we ook veel gewonnen. Voor mijn gevoel was mijn niveau in de twee ook hoger dan in de vier, ik kon meer uit mezelf halen; echt blind knallen! Erg jammer dat de lichte twee-zonder geen olympisch nummer was.
Wat heeft je topsportervaring je gebracht?
Oo, daar moet ik even over nadenken. Als team, werk of privé, moet je rekening houden met anderen. Topsporters zijn soms egoïstisch, iedereen wil alles uit zichzelf halen, en het beste laten zien, maar dat is niet altijd het beste voor het team. Soms moet je jezelf opofferen, minder presteren, om er als ploeg meer uit te halen. Het puzzeltje moet bij elkaar komen.
Foto: Sportograf
Welke sport beoefen je nu?
Ik fiets, op de mountainbike en de racefiets, met een vaste groep vrienden, nog uit mijn studententijd. Ik fiets ook wel alleen als ik tussendoor een uurtje wil gaan, maar als het even kan met anderen. Voor roeien stel ik best hoge eisen, dan wil ik een goede boot, ploeggenoten die echt kunnen roeien. Daarnaast is het vaste tijdstip lastig, dat is met een gezin nu niet haalbaar. En de ergometer is geen optie. Dat is te confronterend, die score van vroeger ga ik nooit meer trappen.
De bonus vraag van Matthijs Vellenga: hoe kijk je naar het schrappen van de lichte vier uit het olympisch programma?
Persoonlijk vind ik het jammer, want als ik later met mijn kinderen naar de Spelen kijk, dan kan ik niet meer zeggen: ‘Kijk in die boot heb ik geroeid.’ Maar ook in het algemeen vind ik het zonde, want de kwaliteit van het roeien gaat naar beneden. Er zijn al te veel zware nummers en nu wordt het nog verder gespreid. Elk land kiest zijn eigen nummer en de besten roeien niet meer tegen elkaar. Dat was het mooie van het lichte roeien. Door het kleine aantal plekken lag het niveau erg hoog en kon je bijna niemand ontlopen.
Tot slot, aan wie draag je het stokje over?
Ik draag het stokje over aan een lichte dame, Kirsten van der Kolk. Sinds het illustere duo Van Eupen/Van der Kolk, staat de lichte dubbeltwee van Nederland echt op de kaart. In tegenstelling tot mij, is Kirsten nog erg actief in de roeisport, maar ik hoor graag verhalen uit de oude doos….
Foto’s: privéarchief Joeri