"De roeiers kunnen trots zijn op een topjaar"

Met een geslaagd Olympisch roeitoernooi sloot Hessel Evertse zijn eerste olympiade af als technisch directeur van de roeibond. Ondanks dat hij stiekem op nog een extra medaille in Rio had gehoopt, lagen de uiteindelijke resultaten in de lijn der verwachtingen. Hoe kijkt Hessel terug op 2016 en op welke manier wil hij voortbouwen op de roeisuccessen van afgelopen zomer?

“We hebben een fantastisch jaar achter de rug. In aanloop naar de Spelen wonnen we vier prijzen in Henley, twee overall-Worldcups en waren we overall derde in het landenklassement van de World Cup, eerste in die van de WK U23 en vijfde in het klassement op de Spelen. Uiteindelijk resulteerde dit in drie olympische medailles. Daarmee zijn we een van de weinige bonden die aan de verwachtingen voldeed. De roeiers kunnen trots zijn, wat dat betreft was het een topjaar.”

“Een combinatie van goede roeiers en goede coaches is heilig”

Niet alleen de roeiers zijn in de ogen van Hessel verantwoordelijk voor deze successen, de rol van het begeleidingsteam mag zeker niet onderschat worden. “Een combinatie van goede roeiers en goede coaches is heilig. In grote lijnen komt het erop neer dat je de beste roeiers en coaches onder de beste omstandigheden (het OTC) wil samenbrengen. Dan heb je al heel wat. Als mensen elkaar inspireren, dan tillen ze elkaar naar een hoger niveau. Daarnaast helpt het dat we een uitstekend specialistisch team hebben. Uiteindelijk willen we de beste faciliteiten kunnen bieden om zo optimaal mogelijk te presteren.”

Ondanks de goede prestaties in Rio is Hessel kritisch als het aankomt op verbeterpunten. “Als ik puur naar de Spelen zelf kijk, zijn er altijd verbeterpunten. Het is bijvoorbeeld not done om twee uur per dag in de bus te zitten naar de baan toe. Daarnaast bleken sommige nummers toch kwetsbaar te zijn onder onverwachte omstandigheden. We hebben een duidelijk beeld gekregen van wat er goed ging en wat er nog beter moet. Daar gaan we allemaal aan de slag. We moeten er bovenop zitten.”

“Je ziet dat de sporters die eerder in Rio waren geweest, daar echt voordeel van hadden”

Vorig weekend stapte de technisch directeur daarom in het vliegtuig om een bezoek te brengen aan Tokio. Deze stad vormt in 2020 het decor van de Olympische Spelen, de plek waar het dan weer moet gebeuren. “Je ziet dat de sporters die eerder in Rio waren geweest, daar echt voordeel van hadden. Er gaat niets boven dingen zelf ervaren. Als je weet dat de Spelen van 2020 in augustus zijn en het dan 30 graden in die periode is, dan moet je daar op inspelen. Dat vraagt een behoorlijke strategische opzet. Daarnaast zijn het simpele dingen die juist veel beter kunnen. Waar gaan we slapen, hoe zit het met de voeding, wat is de locatie van de baan, hoe wordt er geroeid? Als de Engelsen bijvoorbeeld horen waar in 2024 de Spelen georganiseerd worden stappen ze diezelfde dag in het vliegtuig en gaan ze die kant op. Wat dat betreft kunnen we daar echt van leren.”

De toekomst van het toproeien ziet er in ieder geval veelbelovend uit. Veel van de huidige equiperoeiers gaven aan door te willen. Daarnaast bleek afgelopen zomer op het SB-WK dat er een zeer talentvolle groep op de deur klopt. Al met al heeft de bond een uiterst belangrijke rol in het wel of niet doorgaan van de sporters: “Veel roeiers willen echt graag doorgaan. Als je op de hele olympiade terugkijkt, zie je dat er veel offers zijn gebracht en er veel is geïnvesteerd. Denk hierbij aan studie, of andere verplichtingen thuis. Het sportersbestaan is een uitgebalanceerd leven. Aan ons de taak om de roeiers hierin zo goed mogelijk te begeleiden.”

“In de slipstream van ervaren roeiers moeten wij talenten opleiden”

Per individuele sporter moet een vierjarenplan worden gemaakt. Daarin ligt voor ons een mooie uitdaging. Uiteindelijk moeten we nu ook al gaan denken aan 2024. Je moet mensen in de gelegenheid stellen om te leren, maar ook om fouten te maken. In de slipstream van ervaren roeiers moeten wij talenten opleiden. Hetzelfde geldt voor coaches. Daarbij is het noodzakelijk om vast te houden aan een plan. Willen wij in 2020 weer goed presteren, dan moet je er in 2019 al staan. Van alle gewonnen olympische medailles valt 80% te voorspellen aan de hand van het WK voorafgaand aan de Spelen.”