TeamNL Roeien
Herinneringen aan 't WK van '75: Willem Boeschoten
1975, het jaar dat alles mee zat! Willem Boeschoten en Jan van der Horst haalden in de mannen twee-zonder de enige medaille voor Nederland op het WK in Nottingham. Het was de tijd dat de Oost-Europese landen overheersten, de bronzen medaille was er een met een gouden randje! “Maar we hadden zilver moeten pakken,” vertelt Willem Boeschoten.
De Nereus roeiers waren het hele jaar in zeer goede doen. “Alles zat mee. We hadden een goede coach, Eymert van Manen en een goede krachttrainer, Tan en conditietrainer Ton Vink bij Nereus. Ik won de Skiffhead, we waren topfit en dan raak je in een flow.” Jan en Willem waren dat jaar de snelste Nederlandse mannen twee -zonder bij binnenlandse wedstrijden, tijdens de loodzware testweekenden en in Luzern. Zo kwalificeerden de mannen zich voor het WK. De andere tweeën werden in de vier-zonder en de acht uitgezonden.
De mannen twee presteerde wanneer het moest, op het moment dat het er om ging. Al was dit geen vanzelfsprekendheid. “Ik was altijd heel erg zenuwachtig voor de start. Op advies van mijn coach ben ik met yogalessen begonnen en dat hielp,” zegt Willem lachend. Ook zijn roeimaatje verraste hem regelmatig: “Jan kon zich opladen op de belangrijke momenten. Hij verraste me wel, was dan echt scherp.”
Jan (l) en Willem met in het midden hun coach Eymert. De mutsjes waren gebreid door de coach van de dames, Ellen Lugten
En zo reisde een grote Nederlandse equipe af naar Nottingham. Doping was in die tijd een lastig punt. Willem: “Hoe bewijs je dat? Sommige ploegen maakten in een jaar veel progressie en zagen er opeens veer gespierder uit. Maar misschien hadden de Oost-Duitsers toch wel gewonnen? Hun trainingsprogramma was goed uitgedokterd. Ze waren de tijd ver vooruit, waren veel professioneler. Twee keer per dag roeien, duurtraining en lange afstanden.”
Ondanks de topvorm is het winnen van een medaille geen makkelijke opdracht. De voorwedstrijd verliep prima. In de finale had Willem last van zijn haar: “In die tijd had ik nogal lange haren en ik startte met een haar in m’n mond. De eerste 500 meter heb ik me alleen maar sappel gemaakt over die haar. Op de 750 meter zag ik dat we tweede lagen.” In het blad Roeien staat bij het wedstrijdverslag: Een tweede plaats behoort tot de laatste honderd meter tot de mogelijkheden. Dan komen Willem en Jan iets te kort om het zilver vast te houden. Furieus sprintende Bulgaren grijpen dit metaal vlak voor de streep. Daarbij komt dat Jan iets te vroeg laat lopen, waardoor de tijdwaarneming een groter verschil laat zien dan nodig was. Willem licht toe: “Het toetertje ging, wij dachten dat het voor ons was, dus lieten het lopen. Het was voor de Oost-Duitsers, die anders veel verder voor lagen.” Maar het brons is binnen!
“Een medaille in die tijd bij de zware mannen was bijzonder, het Oostblok domineerde, ” vertelt Willem. Van de 24 medailles gingen er tijdens dit zware mannen WK 18 naar Oost-Europese landen. Willem coachte na zijn actieve roeicarrière en ging ook als journalist naar allerlei wedstrijden. “Het was een mooie tijd, je maakte een hoop mee, je mocht naar het buitenland en Luzern was het walhalla. De spanning van de wedstrijden en het zoeken van je grenzen. Het is een soort verslaving! En de rest van mijn leven ben ik nooit meer zo zenuwachtig geweest,” sluit hij lachend af!