TeamNL Roeien
Leven naast de boot… Boudewijn Röell: “Het is wat het is!”
Een topsportcarrière is eindig. Wat gebeurt er als atleten de riemen aan de wilgen hangen? Roeien.nl brengt de maatschappelijke ambities van de atleten uit het Aegon Nationaal RoeiTeam in kaart, in de serie ‘Leven na(ast) de boot’. Vandaag Boudewijn Röell die brons haalde met de Holland Acht in Rio. We spreken Boudewijn in de auto. Hij rijdt terug van zijn werk naar Amsterdam, daarna stapt hij over op de fiets voor een etentje. Dat klinkt druk!
Het vliegtuig met de medaillewinnaars uit Rio was nog niet geland of Boudewijn moest eigenlijk meteen aan de bak. Niks vakantie, direct verder met zijn studie geneeskunde. “Ik had heel veel zin om te beginnen, was al zo lang aan het wachten. Ik heb lang geroeid en op een gegeven moment werd ik er een beetje simpel van.” Boudewijn benadrukt dat hij per se zijn studie wil afmaken. “Maar hoe eerder ik begin, hoe makkelijker het is om terug te komen en het roeien op te pakken.”
Op de vraag of Boudewijn heeft kunnen genieten van zijn medaille klinkt een heel duidelijke “zeker”, direct gevolgd door een “Maar we konden beter! Luzern in mei was super (de Holland Acht werd eerste in 05.28.560 en eindigde voor de Duitsers. Tevens pakte ze het World Cup overall klassement– red.). We waren eigenlijk goed genoeg om de Duitsers te verslaan. In Rio bleken we op dat moment niet de beste. Dan moet je actief accepteren dat het goed is. Een topsporter wil altijd meer, altijd beter, daarom ben je topsporter hè. Zelfs al lever je de beste prestatie, het kán beter. Maar het is wat het is!”
”Een topsporter wil altijd meer, zelfs al lever je de beste prestatie, het kán beter”
Roeien.nl wil weten hoe je actief accepteert. “Ik moet er echt even stil bij staan, van nature doe ik dat niet zo. En het helpt dat je prestatie wordt gewaardeerd door bijvoorbeeld collega’s in het ziekenhuis.” Enigszins verbaasd voegt Boudewijn eraan toe dat zelfs collega’s in Gouda, waar hij net een week werkt, weten dat hij een medaille heeft gehaald op de Olympische Spelen. “Ze vinden het leuk dat je daar was.”
Boudewijn loopt sinds een week co-schappen in Gouda. Vanuit Amsterdam, hij woont in een huis met Tone Wieten en Govert Viergever, rijdt hij dagelijks heen-en-weer. “Ik sta nu op de afdeling heelkunde chirurgie en over anderhalve week ga ik de OK in. De oude geneeskunde, de heelmeesters, het staat wel in mijn top-3 hoor!” lacht Boudewijn. Ook radiologie en de interne staan in deze top. “Of ik in een ‘sport’-gat ben gevallen? Ja, ik mis het sporten zeker en ik probeer zoveel mogelijk te trainen, maar een keer per dag is eigenlijk het maximale. Het is wat het is,” antwoordt hij berustend.
“Of ik in een ‘sport’-gat ben gevallen? Ja, ik mis het sporten zeker en ik probeer zoveel mogelijk te trainen”
We nemen zijn dagelijkse agenda even door. “Om 05.45 uur gaat de wekker, dan stap ik om half zeven in de auto, om 07.45 uur begint de werkdag met een overdracht. Rond half zeven, zeven uur weer thuis. Eten, operaties voorbereiden voor de volgende dag en sporten.” Dat is een overvolle agenda. Is er nog tijd voor andere dingen? “Nou, een boek lezen komt er niet van. Maar ik probeer wel meer met vrienden af te spreken. Dat heb ik echt gemist,” zegt Boudewijn met nadruk. “Peet (Peter van Schie) had dat ook. Lekker met elkaar eten enzo, het kon nooit.” Terwijl Boudewijn dit vertelt is hij vanuit zijn auto overgestapt op de fiets naar een restaurant voor een etentje met zijn schoonfamilie.
Hoe staat het met zijn Tokyo ambities. “Ik moet nog twee jaar, als ik nu alles afmaak. Na de co-schappen in mei heb ik een afspraak met Mark (Emke, hoofdcoach – red.), dan gaan we kijken wat mogelijk is.” Oké, dus we spreken je opnieuw in mei!