"Het lied dat elke roeier kent"

Borst vooruit, kin omhoog, handen op de rug en stemvolume op standje maximaal. Vervuld van trots zingen alle verenigingsgenoten van de winnende ploeg het verenigingslied mee dat zojuist door hun praeses is aangeheven. Skadiaan Tim van Aalst vertelt over het verenigingslied van Skadi.

Met af en toe een (letterlijk) uit de toon vallende eerstejaars klinkt het als een gemengd meerstemmig koor in de oren. Nadat de laatste noot gezongen is, knippert elk lid nog eenmaal met de ogen alvorens de groep zich weer in beweging zet. Het is een bekend gezicht bij het erevlot tijdens wedstrijdweekenden. Zodra een studentenploeg tijdens de finale winnend over de finish is gekomen, begeven alle aanwezige leden zich naar het vlot om de ploeg te feliciteren en toe te zingen. Het is een blijk van respect en waardering, maar draagt ook bij aan het gevoel van saamhorigheid tussen de leden van een vereniging. In het lied zitten karakteristieken van de vereniging verborgen en gaat er een eigen verhaal schuil waarmee verenigingen een boodschap uit willen dragen.

“Drs. P. heeft toen kosteloos ons lied geschreven wat we tot op de dag van vandaag nog steeds met veel trots zingen”

Sinds 1978 beschikt het Rotterdamse Skadi over hun verenigingslied dat geschreven werd door Heinz Polzer, alias Drs. P. Wat is de betekenis hiervan en heeft het nog een achterliggende boodschap?

‘’Skadi is ontstaan uit twee verenigingen die in 1976 met elkaar gefuseerd zijn,’’ vertelt Tim van Aalst. ‘’Als gevolg van deze fusie werd besloten dat er dan ook een nieuw lied nodig was en al snel kwamen ze bij Drs. P. terecht. Dit oud-lid van het Rotterdamsch Studenten Corps was een bekende zanger en tekstdichter die veel populariteit in Rotterdam genoot. Dankzij de nauwe banden die ze hadden met het corps kwamen ze al snel bij hem terecht. Drs. P. heeft toen kosteloos ons lied geschreven wat we tot op de dag van vandaag nog steeds met veel trots zingen.’’

Om te zorgen dat het lied van generatie op generatie overgebracht kan worden, wordt altijd direct aan alle nieuwe leden het lied geleerd. Dit gebeurt op het eerstejaarsweekend en vanaf dat moment kunnen ook zij hun stem laten gelden: ‘’Tijdens officiële gelegenheden en mooie momenten heffen we ons lied altijd aan. Bijvoorbeeld tijdens huldigingen na internationale evenementen, bij de inauguratie en uiteraard ook na het winnen van nationale wedstrijden. Het is humoristisch en daadkrachtig waardoor het past bij de Rotterdamse cultuur én de cultuur van Skadi.

“Een beetje Rotterdams dus, geen woorden maar daden”

Eigenlijk is het een grappige manier om te zeggen dat je goed je best moet doen. Een beetje Rotterdams dus, geen woorden maar daden. Daarnaast hebben wij het langste lied in de roeiwereld wat het ook wel speciaal maakt. Als meerdere verenigingen op hetzelfde moment hun verenigingslied aanheffen zijn wij altijd als laatste klaar. Dat heeft wel wat. Al met al kun je stellen dat het een mooi stuk tekst is wat lekker brult.”

Bij Skadi schiet je lekker op
Bij Skadi kun je wat presteren
En als er niet teveel passeren
Dan lig je min of meer op kop

Skadi, laat je niet verslaan
Skadi, doet er eens wat aan
Skadi, geef je laatste gram
Voor de eer van Rotterdam

Bij Skadi word je niet verwend
Je denkt er soms bij neer te vallen
Maar dan, dan hoor je het weer schallen
Het lied dat elke roeier kent

Skadi, laat je niet verslaan
Skadi, doet er eens wat aan
Skadi, geef je laatste gram
Voor de eer van Rotterdam

B’vo

Heb je zelf ook een leuk verhaal over het lied van je eigen club? Geef je dan op via [email protected]!