Verenigingen
Jajakommaardoor: Roeiershuis sinds de jaren '80
Op steenworp afstand van de KSRV Njord bevindt zich huize ‘Jajakommaardoor’. Het is het oudste dameshuis van de Leidse studentenvereniging en gevestigd aan de Morsweg 174b. In het huis wemelt het van roei-parafernalia als riemen, bankjes, krantenartikelen over roeien, Varsityposters en posters van de intro- en afroeiperiode van Njord. Sinds de jaren ‘80 biedt het onderdak aan roeisters. Voormalig wedstrijdroeister en oud-Praeses Elpidha Efstratiades is een van de oud-bewoonsters van dit prachtige stulpje.
“Het is een echt studentenhuis dat bevolkt wordt door roeisters van Njord”, vertelt Elpidha. “Voordat het een roeihuis werd, woonden er verpleegsters-in-opleiding. Zij moesten dicht bij het LUMC zijn. Dankzij de gunstige ligging ten opzichte van Njord was het echter een kwestie van tijd voordat roeisters hun intrede in het huis namen. Afgaande op de foto’s van die tijd was dat rond de jaren ’80. Vanaf 1995 weten we het echter zeker, want met de huisgenoten uit die tijd is het contact goed gebleven. In ieder geval was de huisbaas dusdanig blij met zijn nieuwe gedisciplineerde huursters dat hij de dames faciliteerde met emmers lichtblauwe verf voor de make-over van het huis. Uiteindelijk gaven de toenmalige bewoonsters de naam ‘Jajakommaardoor’ aan het ‘nieuwe’ stulpje. Het verwijst naar de veelgehoorde kreet bij het passeren van de finish.”
“In ieder geval was de huisbaas blij met zijn nieuwe gedisciplineerde huursters”
In totaal heeft het huis zes kamers en biedt het plaats aan vijf roeisters (de huisjongste beschikt over twee kamertjes). Hoewel er voorheen alleen wedstrijdroeisters woonden, is ‘Jajakommaardoor’ tegenwoordig ook een plek voor actieve competitieroeisters. Daarnaast kunnen coaches, stuurtjes en bestuursleden hun intrek in het roeihuis nemen. “Het is een populaire plek om te wonen. Wanneer er een kamer vrij kwam, nodigden we de persoon die we op het oog hadden vaak eerst uit. Dan aten we samen en keken we of er daadwerkelijk een klik was en ze erbij paste. Als dit van beide kanten beviel, vroegen we of ze bij ons wilde wonen.”
Van 2001 tot 2008 woonde Elpidha aan de Morsweg. Een periode waaraan ze veel mooie herinneringen bewaart. “Het huis had in totaal drie balkons en vaak aten we daar met elkaar. Een van de balkons bood uitzicht op het Galgewater en daar maakten de ploegen altijd rond. Vanaf het balkon riepen we dan van alles en nog wat naar de roeiers. Ze hadden niet altijd direct in de gaten waar het geschreeuw vandaan kwam, totdat ze ons met een grote glimlach zagen zitten. Daarnaast blijven ook de lange nachten tijdens de Olympische Spelen mij altijd bij. Tot ergernis van onze coaches stonden wij altijd midden in de nacht op om samen alle wedstrijden van Nederland te volgen. Dat was erg gezellig. De volgende ochtend konden we allemaal met kleine oogjes naar de training. Ook de urenlange gesprekken, analyses en discussies aan de keukentafel over het roeien en de vereniging staan in mijn geheugen gegrift. En, tot slot de hardlooptrainingen die we samen deden voor de 10 kilometer en de halve marathon.”
“De volgende ochtend konden we allemaal met kleine oogjes naar de training”
Behalve deze momenten was er zo nu en dan een kleine vete met de buren. Met name rond het Leids Ontzet kwam dit duidelijk tot uiting. “Op 3 oktober wordt er veelal hutspot, haring en witbrood gegeten. De jongens van het Zwanennest – het roeihuis naast ons – vonden het dan altijd grappig om ’s nachts haringen door onze brievenbus te doen. Soms ging dit vergezeld met luid gezang. Je kunt je voorstellen dat de huisbaas niet direct op dit soort acties zat te wachten. Wij reageerden daar dan op door hun fietsen rood te verven of andere ludieke grappen. Dit deden we dan een paar dagen later tijdens hun huisdag.”
Ondanks dat Elpidha al geruime tijd niet meer in ‘Jajakommaardoor’ woont, laat ze zo nu en dan haar gezicht nog zien. “Bijna altijd als ik in Leiden ben, klop ik wel even aan. Het huis is nagenoeg hetzelfde, alleen hebben de jongere generaties naar mijn idee ouders die echt helpen. Er ligt nu bijvoorbeeld laminaat en er hangen rolgordijnen. Dat zijn dingen die wij absoluut niet hadden. Voor de rest is er niks veranderd. Ze hebben nog steeds dezelfde huisbaas en die blijft erg betrokken. Iedereen die het huis definitief verlaat, stuurt hem ook altijd een brief met daarin geschreven wat ze zo leuk vonden. Dat kan hij wel waarderen. Tot slot worden jaarlijks, meestal rond de illustere datum 17 april (17/4, zoals het huisnummer) de oud-huisgenoten uitgenodigd voor een reünie (foto beneden). Daar maakt iedereen dan ook kennis met de huidige bewoners zodat we toch enigszins betrokken blijven. Een mooie traditie!”