Verenigingen

Snoeken slaan

De bekende roeinovelle Fausses pelles van de Franse roeier Benoît Decock over Pierre die als twaalfjarig jochie gaat roeien, is nu vertaald in het Nederlands! Wij mogen een exemplaar van Snoeken slaan weggeven. Kijk op Facebook voor de actie!

Pierre gaat als jochie van twaalf op roeien. Direct grijpt een ploeg grote jongens hem bij de kladden. Dat groentje is lekker licht, die kan mooi gaan sturen, vinden ze. Een goede leerschool, maar zelf roeien trekt hem meer. De rivier, de trainingen, de vereniging, de sfeer rond wedstrijden, alles beleeft hij even intens. Hij groeit op en zijn blik op de sport verandert mee. Als veteraan stapt hij, met spit in zijn lijf, nog eens in de boot voor een pleziertochtje. Pierre is het alter ego van de auteur, roeier Benoît Decock (1971). Decock won in 1992 zilver met de Franse acht bij de wereldkampioenschappen onder 23 jaar en was in 2001 Frans kampioen in de vier met stuurman.

Lees hier het eerste hoofdstuk

Wat was ik nou helemaal? Een mannetje van twaalf, smalle schoudertjes en spillebenen onder een korte, veel te wijde flodderbroek. Toch hadden de grote jongens van de roeivereniging mij snel in de gaten, toen ik daar voor het eerst kwam. Ze zochten voor hun team een lichtgewicht stuurman, die de boot net diep genoeg deed liggen, maar die vooral niet te zwaar moest zijn. Die zou dienen als dood gewicht, met af en toe de taak om de boot de goede kant op te sturen.

Ze gingen recht op hun prooi af. Ze grepen het slachtoffer bij zijn kladden en leidden hem naar de lege plek in de boot. In minder dan geen tijd lag hij onderin de boot. De grote jongens gedroegen zich niet allemaal even doelgericht. Sommige waren wat hoffelijker. Die speelden de aardige oudere broer om hun doel te bereiken. Als ik krap bij kas zat wist mijn maatje Marco met z’n grote mond altijd wel twintig frank voor een stuurbeurt bij elkaar te sprokkelen.

In de zomer konden de grote jongens uit genoeg vrijwilligers kiezen. Je mee laten nemen op het frisse water, commando’s geven, sturen met de toppen van je vingers in de mooiste boten, bepalen waar we heen varen, dat leek allemaal een voorrecht. Voor mij was de romantiek echter snel over, wanneer ik zo’n harige arm of been van een van de jongens zag. In de winter, wanneer de rivier gezwollen was, was het helemaal niet prettig meer. Dan trainden de jongens bij voorkeur in lange boten met vier of acht plaatsen. De vraag naar vrijwilligers nam toe, maar het aanbod werd kleiner. Wanneer ze niet te vinden waren, werden ze aangewezen.

Als ze er een te pakken hadden, bedekten de grote jongens hun slachtoffer met alles wat ze maar konden vinden tegen de kou. Kleren die overal vandaan kwamen, die van niemand waren en die gebruikt werden door iedereen die erom verlegen zat. Kleren die er altijd al waren geweest, ze hoorden bij de club, soms slingerden ze gewoon op de grond in de kleedkamer of in de botenloods. Ze werden om de manchetten van de riemen gedaan om ze in de rekken te klemmen, zo ontsnapten ze aan de vuilnisbak. Dan hadden ze een onbestemde geur, een mengeling van modder en stof en het vet dat ze toen op de riemen smeerden om ze goed in de dollen te laten draaien. Er waren enorme handschoenen die kinderhanden in kolenschoppen veranderden, een oud roze skipak, een groen-zwart jasje, een rode muts, een wollen trui en een groen motorpak dat opgepropt op uitgekauwde kauwgom leek. Dat motorpak intrigeerde me omdat het zo smal en strak was. Ik vroeg me af van wie het geweest was voor het hier belandde. Wie paste het, en kon zich er behaaglijk in voelen als hij aan het sturen was? De vrijwilliger was in een vogelverschrikkertje getransformeerd, maar ondanks die uitdossing en al die laagjes kreeg de kou al snel vat op hem. Hij zat onbeweeglijk, zijn handen en voeten voelden al snel als knotten wol. Z’n kaken bibberden onbeheersbaar. Als er bij het begin van de training een golf de boot in rolde, zat hij met zijn achterste in water dat bij elke haal van de boot heen en weer spoelde. Zo bracht hij dan anderhalf uur door. En met enige regelmaat kreeg hij in zijn benarde positie nog een grote mond van een roeier die meende dat hij te hard aan het stuurtouw getrokken had.

Mijn vader zei: ‘Roeien is goed. Het geeft levenslessen, het is zwaar’. Ik zou lijden, hield hij mij voor, maar ik zou een gespierde kerel worden. Eerst moest ik als stuurman veel leren. Ik heb vaak meisjes gestuurd, grote meisjes van twintig jaar, vrouwen in mijn ogen. Ik lag dan helemaal voorin een vier. Alleen mijn hoofd stak uit de sarcofaag. Er was maar een paar millimeter hout tussen mij en de rivier. Mijn neus lag op het niveau van het water. Ik keek uit over het enorme wateroppervlak en voelde mij de gelukkigste kapitein. De vier meisjes zaten achter me. Soms tikte de achterste met de bovenkant van haar billen zacht mijn nek aan. De meisjes mopperden niet en gaven geen grote bek. Ze riepen niet zoals de jongens ‘Knulletje’, ‘Ukkie’, ‘Pikkie’, of ‘Kaboutertje’ tegen me, maar gebruikten gewoon mijn voornaam, die ze zacht uitspraken: ‘Gaat het, Pierre, zit je goed? Heb je het niet te koud? Het is lief dat je ons wil sturen, als we terug zijn krijg je een zoen.’

Na twee à drie kilometer kwamen de meisjes op stoom. De boot ging sneller. Ik voelde de afzet van hun benen in mijn hals en in mijn hele lichaam. Bij elke haal voelde ik de versnelling die uit hun schouders kwam. Dan was het tijd om even te stoppen om hun langemouwentruien en jasjes uit te trekken. Ik keek er nooit naar, ik had niet het voorrecht te zien hoe ze zich afpelden. Ze vertrouwden me hun kleren toe zodat die niet kletsnat werden in het water op de bodem van de boot. Ik werd er heerlijk warm van. Ik bedekte mijn benen, buik en schouders met die blauwe, rode en grijze stof die van die aardige meisjes af kwam. Gewikkeld in al die geuren van jongevrouwenparfums vermengd met vers zweet, was het alsof ze me omhelsden. Bij elke haal bracht een vlaag al die luchtjes naar mijn neus. Mijn vader had gelijk: ‘Roeien is zo gek nog niet’.

Over Snoeken slaan
Prijs: € 15,95
Auteur: Benoît Decock
Vertaling: Koos Termorshuizen
Omvang 128 pagina’s gebonden
ISBN 978-90-77285-47-3

Ontdek meer roeinieuws

TeamNL Roeien

Wereldkampioenen Stef Broenink en Melvin Twellaar nieuwe ambassadeurs Missie H2

Nieuws

Voorbereidingen Talent TeamNL: deze ploegen starten het EK

Nieuws

Heineken Roeivierkamp: uitslagen & foto's

Op de hoogte blijven van nieuws, roeiverhalen en topsport?
Ontvang de gratis nieuwsbrief!