Roeiverhaal Roeiverhaal
Nederlandse roeiers brengen boten naar Oekraïne

Niet veel roeiverhalen beginnen met een luchtaanval. In de vroege ochtend van 17 december vorig jaar boort een Russische raket zich in het botenhuis van een roeivereniging in Oekraïne. Een tweede projectiel raakt bijgebouwen. Twee mensen die op het terrein wonen, komen om het leven. Het botenhuis in Tairove brandt af, het meerendeel van de vloot gaat verloren. Het stalen geraamte blijft staan, de roeiclub weigert neer te gaan.
Over het waarom Rusland een roeivereniging vernietigt, doen verschillende verhalen de ronde. “Het Russische leger vernietigt doelbewust onze ziekenhuizen, musea, huizen en ook onze sportfaciliteiten”, zegt de één. Een ander vertelt dat de vijand vermoedde dat het botenhuis werd gebruikt om zeedrones te vervaardigen. Het botenhuis ligt aan het zoute water van de Tsjorno More: de Zwarte Zee. Op nog géén kilometer afstand ligt een van de grote zeehavens die Odesa rijk is, met tankopslag, railterminals en meerdere kades voor veerboten. In één van de opslagtanks is een groot gat geschoten, ook hier landde een Russische raket. Wat de reden ook was, de Oekraïners zijn duidelijk: dit is Russisch terrorisme.



Smeulende boten
Beelden van de aanslag op de roeiclub, smeulende boten en verwrongen stellingen, bereiken roeiers in Utrecht en Rotterdam. Leden van Viking en De Maas besluiten tot actie over te gaan en beginnen Boten Voor Odesa. Er worden vijftig boten, 140 riemen en een botenwagen gedoneerd. 200 individuen maken geld over. Gert Jan Oelderik rijdt afwisselend met Steven van de Velde, Sven Querngester, Sona Hospers en Rutger Mollee van Maastricht via Nieuwkoop naar Zaandam. Komt in Utrecht, Groningen, Assen, Amsterdam. In Deventer en Leiden wordt materiaal opgehaald. Goes wordt aangedaan. En Den Bosch, Almelo en Weert. 34 roeiverenigingen schenken. In Delfzijl en bij Roeiwerf Wiersma in Friesland moeten nog boten worden opgehaald.
Eind september is het zover. Aan de Bosbaan, waar de hulpvloot is verzameld, worden twee botenwagens geladen. Niet alles kan mee op het eerste transport. Een gevarieerde vloot van vier C-vieren, tien gladde vieren en meerdere tweetjes in allerlei soorten en maten, een B4, een heuse jeugd-C4 en een acht worden op de trailers gepuzzeld. Er zitten een paar prachtige oude houten meesterwerken van Stämpfli tussen, en een paar befaamde en onverslijtbare bootjes van de Noorse bouwer Hasle en een zilver-blauwe oefenskiff van Empacher. De riemen zijn als een prachtig boeket, vrolijk kleurrijk.
“Deze actie heeft een veel groter bereik dan alleen voor de roeiers in Odesa.”
– Kees Huizinga, Nederlandse boer in Oekraïne
‘Dank voor jullie hulp’
De rit door Duitsland en Polen verloopt soepel. Polen uitkomen is lastiger. De grote botenwagen doet een uur of tien over het passeren van de grens. De Poolse douane wil alles zien, natellen en wegen. De kleine aanhanger wordt naar een andere grensovergang gestuurd. Om het inreizen van Oekraïne makkelijk te laten verlopen wordt er op advies van Oekraïnse truckers een klein bedrag in de paspoorten gestoken. Verschillende beambtes zien de biljetten, niemand neemt ze aan. “Dank voor jullie hulp”, zegt een douanier en wenst de chauffeurs een goede reis.
Diepe spoorvorming, hobbels en gaten waar soms bewapeningsstaal uit omhoog steekt, maken dat de wagens pas laat in de avond in Lviv staan. De Nederlandse roeiers worden hier verwelkomt door roeiers uit Odesa. Aanvankelijk verloopt de communicatie wat moeizaam, maar vertalen via mobiele telefoons went. De wonderlijke mengeling van dankbaarheid, overweldiging en enthousiasme is universeel, vertolking overbodig. Hier wordt duidelijk dat ook roeiboten gezien kunnen worden als humantarian aid.
‘Hier in Oekraïne wordt heel duidelijk dat de ene goede de andere goede moet helpen’
– Kay de Vries, chauffeur botenwagen
Odesa ligt nog een kleine duizend kilometer verder Oekraïne in. De hoofdweg richting het oosten is van prima kwaliteit. Zonder moeite worden politieposten en militaire wegversperringen gepasseerd. Er rijdt hier geen enkele buitenlandse vrachtwagen meer. De gele nummerborden en de ‘kayaky’ geven vrije doorgang. Het transport passeert talloze kerken waar op begraafplaatsen ernaast blauw-gele vlaggen wapperen en op graven trots de tryzub, de Oekraïense drietand, prijkt.


Onderweg treffen de chauffeurs Kees Huizinga, de inmiddels beroemde ‘Nederlandse Boer in Oekraïne’. De voormalige roeier van Argo is tegen wil en dank bekende Nederlander geworden. Zeven van z’n medewerkers verloren het leven aan het front. Huizinga maakt deel uit van Stichting De Leeuw Kyiv, een club die concrete en veel hulp stuurt. Zo zijn er vracht- en terreinwagens aan het leger geleverd, en werden (350 ton) visnetten vanuit Nederland en Scandinavië naar het front gereden. De oude netten worden daar boven loopgraven gespannen zodat drones en granaten van de vijand hun vernietigende werk minder goed kunnen doen.
Kleding, diesel, aggregaten, levensmiddelen. De stichting organiseert tientallen hulptransporten. Het team van Huizinga verzorgt ook het papierwerk voor Boten Voor Odesa. “Supermooi dat jullie dit doen”, zegt Huizinga. ’t Nederlandse botentransport valt op. Het levert exposure op en aan Oekraïners laat het zien dat ze niet alleen staan in deze oorlog. “Deze actie heeft een veel groter bereik dan alleen voor de roeiers in Odesa.”
Luchtalarm
Als de botenwagens in Odesa aankomen ligt de Oblast onder vuur. “Vijandelijke raketdragers op zee”, geeft de app AirAlert aan. Het luchtverdedigingssysteem doet z’n werk. Jeugdleden hebben vrij van school gekregen, of spijbelen om de aankomst van de vloot mee te maken en te helpen met sjouwen en opriggeren. Ook tijdens het lossen van de boten gaat het luchtalarm af. Eerst alleen op de mobiele telefoons van de chauffeurs, een paar tellen later loeit het ook vanaf masten en torens. Voor Oekraïners dagelijkse kost, ze reageren er niet op. Ze laten zich niet de kelder in dwingen door wat Russen. “Als je buigt voor de vijand wint de agressor steeds een beetje terrein”, maakt een roeier duidelijk.
Diezelfde dag gaat voor de eerste keer na de aanslag weer een viertje het water op. De voorzitter laat de chauffeurs Odesa zien. Van flink wat gebouwen zijn ramen gesneuveld door luchtaanvallen. Een beeld is door zandzakken beschermd tegen oorlogsgeweld. Beelden van Russische componisten of schrijvers zijn wel te zien. Die mogen geraakt worden, die zullen toch worden verwijderd. In het internationale en open Odesa is geen ruimte voor Russen meer. Ook hier gaat het luchtalarm af. Niemand kijkt op of om.
In de ochtend wordt de gedoneerde acht te water gelaten. Voorgeslagen door Odesa’s toproeier Denis Anatoljevitsj varen de Nederlanders botenswagenchauffeurs met de voorzitter en vier jeugdige Oekraïnse roeiers over de Droge Citroen, zoals de zeearm hier wordt genoemd. Dan begint de terugreis. “Een recordje leeg botenwagen rijden”, stelt chauffeur Kay de Vries vast. Het zit er op, de boten voor Odesa zijn nu ín Odesa. Toch stopt het hier niet. Er zal sowieso nog een transport naar Oekraïne vertrekken, en er worden nog steeds donaties gedaan. Ook u kunt bijdragen via www.botenvoorodesa.nl.
Tekst & foto’s door Sybrand Treffers

Ontdek meer roeiverhalen

TeamNL Roeier Niki van Sprang neemt afscheid

Michiel en zijn team bereiden zich voor op de unieke Elfsteden roeimarathon

De Atlantische Oceaan overroeien voor Het Vergeten Kind en Jeugdfonds Sport en Cultuur
