We kennen Rutger als oud-Olympisch roeier, maar vooral als voorzitter van de KNRB. Hij roeit nog af en toe bij Hollandia; “Het mag geen naam hebben” zegt hij zelf. Vanuit zijn rol als voorzitter staat hij natuurlijk voor alle roeiers, maar juniorenroeien daar zoomen we vandaag even op in. Wat weet Rutger nog van zijn tijd als juniorlid bij RV Naarden?

Vroeger nog niet echt sportief

Na een kleine aarzeling moet Rutger toegeven dat hij niet echt aan het sporten was voor hij ging roeien. “Op mijn achtste hebben wij als gezin een jaar in Amerika gewoond; toen we daarna terug naar Nederland kwamen en in Bussum gingen wonen had ik geen zin in voetbal of hockey”. Het was zijn ambitie om te willen winnen in een sport. Vooral zijn oom die hem inspireerde, zorgde voor de aanmelding bij RV Naarden. Rutger was 11 of 12 jaar toen hij ging roeien. 

Waarom ben jij gaan roeien? 

De uitdaging van een nieuwe sport en de verhalen van zijn ooms, die hadden geroeid bij Laga, vormde de inspiratie. Ook zijn vader had naar eigen zeggen wel eens in een boot op Aegir gezeten. Het was vooral die oom, die nog in een 2+ naar de WK was geweest, die de kleine Rutger heeft aangestoken met het roeivirus. Rutger begon met jeugdinstructie, daarna met ladderwedstrijdjestussen piketten door varen en estafettes; gewoon veel plezier dus. “Op mijn 14e werd het serieuzer en deed hij mee met wedstrijdroeien”. Het eerste jaar heeft hij niks gewonnen, maar in het tweede jaar met Bart van der Heiden, zijn maatje in de dubbeltwee, wonnen ze wel iets.

“Daarna mochten we voor de selectie voor Junioren 4+ onder leiding van René van Doorn op Papendal trainen; dat was wel eens wat anders dan alleen op de trekvaart bij Naarden. We werden nipt voor Japan en Argentinië 11e op het WK. In die tijd heb ik ook Jan Klerks leren kennen; uiteraard betekende dat ook roeien in Leiden. Veel in de skiff en toen met Bart Ras in 2x; daarmee haalde we in Milaan in 1988 brons op het Junioren WK, achter de Russen en Oost-Duitsers. Later bleek dat die vast al aan de doping zaten”. 

Wat is het eerste dat bij je opkomt als je denkt aan jouw eerste keer roeien?

“Ik sleet hele weekenden op de vereniging met mijn vrienden; pielen in de skiff en de dubbeltwee. Gewoon gezellig en eindeloos en vooral veel met roeien bezig zijn. Vrij technisch werd je er van. Nog altijd als ik naar mijn moeder ga, zie ik bij het binnenrijden van Naarden-Vesting, het rondje dat ik rende bij de outdoor training; dat staat in mijn geheugen gegrift”. 

“Verder weet ik nog dat de loods van Naarden was afgebrand. Toen hebben wij als fitte wedstrijdroeiers eindeloos stenen gesjouwd om bij te dragen aan de wederopbouw. Dat was een prima training. Verder ken ik de boten nog; ik begon in de Rapier, daarna de Hartsvanger en daarna in de Floret. Alle wedstrijdboten bij Naarden waren vernoemd naar steekwapens. Later heeft mijn vader heeft nog een boot gekocht. Die is vernoemd naar mijn oom waardoor ik ben gaan roeien”. 

“Het was voor ons gewoon de sport om riemen te wisselen, op je hoofd te staan in de skiff en dat soort dingen. Daarbij ben ik vaak te water gegaan”

Rutger Arisz

Wat heeft de roeisport jou gebracht?

“Veel, ik ben inmiddels voorzitter. Maar als ik terugkijk vanuit mijn juniorentijd, dan kon ik goed mijn energie in de sport kwijt. Verder had ik mazzel met de andere leuke jongens in de ploegen en de goede begeleiding. Daardoor heb ik een aantal successen kunnen vieren. Roeien was en is een groep met normale en leuke enthousiaste mensen, waarbij ik mij wel thuis voel. Er is respect voor iedereen”.

Waarom is juniorenroeien in deze tijd volgens jou belangrijk?

“Juniorenroeien is altijd belangrijk en ontzettend leuk voor de jeugd om te doen. Het gemeenschapsgevoel van Naarden gun ik iedereen. Fanatiek bezig zijn met je lijf, uitdagen grenzen te verleggen terwijl je in de groei bent. Voor mij was ook het kunnen meten met je vriendjes belangrijk. Maar voor iedereen geldt: roeien betekent heerlijk op het water en lekker fysiek bezig zijn in de buitenlucht met andere, gewoon aardige, gedreven mensen. Het brengt je tools in je toolbox en veel leuke herinneringen”.

“Wij deden iedere zomer ook mee aan een soort trektocht in wherries over de Friese wateren of de Biesbos, dan gingen we kamperen met een roeiboot. Of we deden mee aan de outdoortraining in Naarden-Vesting onder leiding van atletiektrainer, Mark. We begonnen de training op zaterdagochtend met het doornemen van TV-programma’s van Spaan en Vermeegen en dan een paar uur met jong en oud, junioren en wedstrijdroeiende senioren samen het outdoorprogramma draaien; fanatiek boven langs Naarden-Vesting sprinten. Maar vooral samen! Ook herinner ik me het  moment dat we in de sneeuw aan de start lage voor de Head, lagen we met mutsen op en de jongens uit het Noorden lagen gewoon in wedstrijdpakje aan de start”.

Wat zou je aan een roeivereniging willen meegeven als het gaat om juniorenroeien?

“Dat ik bij 100e verjaardag viering van Kees Dikken was, in december 2019, vanuit mijn rol als voorzitter, maar vooral oud-lid van Naarden. Dat was een perfecte bijeenkomst waarbij jong, de huidige junioren, en oud het naar hun zin hadden; dat is het gevoel dat ik iedere vereniging gun”. 

“Een juniorensectie op je vereniging is een verrijking voor de hele vereniging. Jongeren die zich ontwikkelen; dat stimuleert en daar leert iedereen van. Vergeet niet dat de junioren je soms ook een frisse kijk geven op het reilen en zeilen op je vereniging”. 

Had je nog idolen in je junioren tijd?

“Ik was fan van Karppinen; hij was mijn idool. Maar uiteraard ook Frans Göbel, met name op manier waarop hij steeds de Skiffhead bleef winnen. Hij was onverslaanbaar. Ik was via mijn vader, die bij Aegir had geroeid, natuurlijk ook fan van Adema en Hoekstra!”



Ontdek meer roeiverhalen

De Atlantische Oceaan overroeien voor Het Vergeten Kind en Jeugdfonds Sport en Cultuur

25 jaar marathonroeien: avontuur voor iedereen

Het bestuur van de NSRF (Nederlandse Studenten Roeifederatie)

Op de hoogte blijven van nieuws, roeiverhalen en topsport?
Ontvang de gratis nieuwsbrief!